13 kilometer aan geasfalteerd pad in Amsterdamse bos wordt teruggegeven aan natuur
Amstelveen - In het Amsterdamse bos wordt 2,75 hectare aan 'overbodige' teerpaden teruggegeven aan de natuur. Volgens het nieuwe Bosplan 2020-2030 gaat het veelal om parallel aan elkaar lopende paden, met een gezamenlijke lengte van zo'n 13 kilometer.
Met de verwijdering van de overbodige paden moeten in het bos grotere bosvakken worden gecreëerd, waardoor de flora en fauna in het bos niet alleen meer kansen krijgt, maar ook minder wordt verstoord. Het verwijderen van de paden moet naast een betere biodiversiteit ook bijdragen aan het realiseren van een meer klimaatbestendig bos.
5 procent van alle paden
Volgens het Bosplan gaat om zo'n 5 procent (2,75 hectare) van alle paden in het bos dat voorgoed verdwijnt. Overigens worden paden in drukke gedeeltes van het bos niet verwijderd. Er worden 500 bomen en verschillende planten en struiken teruggeplant.
In de eerste fase, van nu tot en met oktober, worden veel overbodige en parallelle paden in de omgeving van De Nieuwe Meer weggehaald: onder de A9, tussen de Ringvaart en de Nieuwe Meerlaan. Dat gebeurt nog vóór komend broedseizoen. Er wordt grond uit het bos gebruikt om de paden op te vullen. Na het broedseizoen worden de paden die overblijven opgeknapt. Eind oktober is de eerste fase klaar, waarna een tweede fase volgt.
Stadsbos voor de toekomst
Met het nieuwe Bosplan willen Amsterdam en Amstelveen het Amsterdamse bos transfomeren naar een Stadsbos voor de toekomst met behoud van de karakteristieke waarden. Gemeente Amsterdam is eigenaar van het bos, maar het bos ligt grotendeels op Amstelveens grondgebied: beide gemeenten trekken daarom intensief met elkaar op in de ontwikkeling van het nieuwe Bosplan.
Toenemende drukte, veranderende klimaatomstandigheden, achterstallig onderhoud en miljoenentekorten spelen een belangrijke rol bij de totstandkoming van het nieuwe Bosplan. Het Bosplan is in te zien op de website van het Amsterdamse bos (zie hier).