Actief voor Amstelveen in de bres voor bloemenstal op Stadshart die weg moet
Amstelveen - De lokale politieke partij Actief voor Amstelveen zal tijdens de raadsvergadering van woensdag 27 september een motie indienen voor herijking van het huidige standplaatsenbeleid in Amstelveen. Dit naar aanleiding van de bloemenstal van ondernemer Maikel Brand op Stadshart Amstelveen, die per 1 januari 2024 moet vertrekken.
Fractievoorzitter Michel Becker van Actief voor Amstelveen meldt dat bloemenstal de activiteiten moet staken, omdat Brand geen vergunning meer krijgt. Becker vindt dit een oneerlijke en ook vreemde gang van zaken:
‘De lokale ondernemer bloemenman Maikel Brand staat tot plezier van vele Amstelveners al jaren met zijn stal op het Stadshart. De gemeente Amstelveen investeert al jaren geld om het Stadshart levendiger te maken, onder andere door een andere inrichting en het plaatsen van plantenbakken. Des te vreemder is het dan, dat bloemenman Maikel Brand het veld moet ruimen,’ zegt Becker in een persbericht van zijn partij. De bloemenstal is volgens Actief voor Amstelveen een aantoonbaar fleurige aanvulling in het centrum.
Lang in gesprek
Becker meldt dat Brand al vele jaren met de gemeente in gesprek is over verlenging van zijn contract om in deze openbare ruimte zijn brood te verdienen. ‘Hij kreeg tijdens een hoorzitting in april hierover van een onderzoekscommissie het gelijk aan zijn zijde, maar er is volgens zijn zeggen mede door inmenging van de winkelcentrumeigenaar, toen toch het besluit genomen dat hij moet vertrekken,’ aldus Becker.
Actief voor Amstelveen vindt dat Brand ook te lang over zijn toekomst in het ongewisse is gelaten en hierdoor een verwachtingspatroon gecreëerd is dat hij zijn bedrijfsactiviteit voort mocht zetten. De partij is van mening dat het positieve advies van de onderzoekscommissie - ter onderbouwing van het eindrapport van de Hoorzitting - gevolgd dient te worden.
Gelijkheidsbeginsel
Omdat andere standplaatshouders wel een vergunning tot eind 2026 hebben of krijgen vindt Actief voor Amstelveen dat hier het gelijkheidsbeginsel van kracht is en de gemeente met deze, maar ook met de andere standplaatshouders, tot vergelijk komt en de standplaatsen op de huidige of een andere plek een toekomst bieden.