Column Geertje Visser: #BLIJFBINNEN
Amstelveen - Geertje Visser schrijft maandelijks columns voor AmstelveenZ Magazine. Ze heeft een man en drie zonen, woont en werkt in Amstelveen. In de mei-editie een stukje over thuiswerken in combinatie met thuisonderwijs.
Kijk, je wilt natuurlijk geen slapjanus zijn. Dat gepiep over hoe zwaar het allemaal wel niet is, dat is gezeur van millenials die al overspannen worden als hun avocado niet eetrijp is. Een paar weken in afzondering voor de volksgezondheid, dat moest makkelijk te doen zijn.
Beregezellig
Dus toen aangekondigd werd dat – na kantoor - ook de scholen en crèches zouden sluiten, leek me dat beregezellig. In gedachten zag ik ons al samen ijveren aan de keukentafel. De Meneer en ik zouden geduldig thee met koekjes serveren en, naast het begeleiden van staartdelingen en het doen van ons eigen werk, goede gesprekken voeren met de zonen over hoe bijzonder deze situatie was. En we zouden allemaal nieuwe dingen gaan leren, enorme puzzels maken, liedjes schrijven en 100 keer leren hooghouden.
Gymles
Op maandagochtend na de schoolsluiting begonnen we om 8.30 uur fris en fruitig aan de gymles. Een parcours door de tuin, piepjestest en afsluiten met yoga; zo zouden we voortaan elke dag gaan starten. Op dag 2 sloegen de enige twee leerlingen van de gymles elkaar met een pilon waardoor ze om 8.30 uur op hun kamer zaten en te laat kwamen in de les. Het gezapige samen werken aan de keukentafel bleek ook geen sinecure. De Meneer moest veel en hard bellen. De ene zoon maakte het huiswerk met zijn ogen dicht en was een meester in het selectief lezen van zijn weekschema. De andere zoon bleek zijn huiswerk alleen te kunnen maken onder de productie van een continue stroom lawaai.
‘JEETJE JONGENS, WÁT
EEN BIZARRE TIJD HE?!’
Ook was ik in al mijn gezapige enthousiasme even vergeten dat geconcentreerd werken met een peuter in huis überhaupt iets is dat alleen voorkomt in dromen en sprookjes. Peuters rúiken het wanneer je geen echte onverdeelde tijd hebt. En zo ontwikkelde de tweejarige binnen een paar dagen een uitgekiende strategie waarbij hij prangende levensvragen als ‘mag ik een snoepje?’ of ‘mag ik op de i-pad?’ (of allebei) bewaarde tot we allebei nét precies inbelden in een vergadering. De gezamenlijke vergaderzaal werd op dag 3 ingeruild voor ieder zijn eigen kamerkantoor, alleen de peuter mocht blijven flexwerken.
Ik hoor je niet
Waar telefonische vergaderingen de eerste week bestonden uit een uurtje lacherig roepen “Ik hoor je niet! Ja, nu hoor ik je wel. Is John er al? John! Je microfoon! Jongens, kan iemand John even appen dat zijn microfoon uit staat?! Jeetje jongens, wát een bizarre tijd he?!!”, verviel ook het werk al snel weer in een normaal tempo. Ik hoorde collega’s soms vanaf hun veilige zolder klagen ‘dat ze beneden de kinderen hoorden gillen’ terwijl ik mijn vergadering zat te doen met een peuter op mijn rug die klei in mijn oor aan het stoppen was.
1 e-mail verstuurd
Er waren dagen dat ik om 13.00 uur concludeerde dat er al wel 3 bekers waren omgevallen, ik en de Meneer al 48 keer de trap op-en-neer waren gelopen voor een prangende vraag over spelling die bij nader inzien niet zo prangend bleek, het online lesprogramma de nieuwste Flashplayer nodig had waar de laptop niet over beschikte, de Zoom-meeting-met-de-klas dus niet élke dag om 9.30 uur bleek te zijn maar ook zomaar ineens om 11.00 uur (om het makkelijk te maken) en ik zelf welgeteld 1 e-mail had verstuurd waar ik dan wél van 9.00 tot 13.00 uur over had gedaan.
Bijzonder
Maar alle geklaag op een stokje: dit alles valt in het niet bij de mensen – en ik ken er redelijk wat - die iemand verloren. Die hun zaak in rook zagen opgaan. Of die een zwakke gezondheid hebben en bang zijn. Dus al kijk ik stiekem reikhalzend uit naar het openen van de scholen, ik hoop maar dat dit ook nog steeds een verstandig besluit is geweest op het moment dat u dit stukje leest. En anders? Anders sluiten wij ons met liefde nog een keer een paar maanden op. Want bijzonder was het wel.
Geertje Visser
Deze column is ook verschenen in AmstelveenZ Magazine No. 49, mei 2020.