Column Geertje Visser: gedeelde smart is (geen) halve smart
Amstelveen - Over een jaar mogen we weer naar de lokale stembus, dus dat betekent dat u zich de komende 12 maanden kunt verheugen op allerlei meningsverschillen tussen politieke partijen die breed worden uitgemeten in de lokale media. Was voorheen de vraag hoe je de stad überhaupt binnenkwam (de woningnood) het belangrijkste twistpunt, inmiddels is dat onderwerp vervangen door de vraag hoe je hier zo soepel mogelijk weer wegkomt.
Een jaar geleden kondigde het college namelijk aan te gaan stoppen met deelscooters. U weet wel, dat zijn die gekleurde scooters die door de distributeurs als een zwerm ganzen ergens neer worden gekwakt. Na het inchecken kun je er zo op wegrijden. En als je uitgereden bent, kun je ze ook gewoon weer lukraak ergens achterlaten. En omdat het gevoel ‘zo, nu wil ik weer afstappen’ deelscooterberijders klaarblijkelijk op de meest willekeurige momenten overvalt, staan die scooters altijd op de meest rare plaatsen. Ergens midden op een stoep in het buitengebied (‘vanaf hier ga ik lekker verder lopen’), in de berm naast de sloot (‘dan leg ik hem nu even hier neer voor de volgende’), voor de trap van de metro (‘als ik hem nou hier neerzet, haal ik het nog nét’).
Dat deelscooters zorgen voor overlast is geen verrassing. Want hoewel het idyllisch klinkt – lekker sociaal dingen delen - leidt gebrek aan eigenaarschap vooral tot één ding: asociaal gedrag. Je hoeft geen groot gedragspsycholoog te zijn om te weten dat mensen minder goed voor dingen zorgen die niet van henzelf zijn. Hangjeugd gooit thuis écht niet hun lege McDonald’s-verpakkingen op de grond en de gemiddelde hond mag ook niet in zijn eigen tuin kakken. Maar zodra iets niet van jou is, maakt het minder uit. En bovendien, als één iemand zijn deelscooter ergens neergooit, volgen er onherroepelijk meer, want ‘hij doet het ook’.
Op zich is het wel knap dat deelscooterbedrijven zelfs iemand als ik – toch redelijk begaan met de planeet – tegen zich in het harnas hebben weten jagen. Dat komt vooral doordat er in mijn wijk regelmatig een stuk of 20 tegelijkertijd worden gedropt door het deelscooterbedrijf. Ze worden altijd over de volle breedte van het trottoir gezet, zodat je letterlijk niet meer om de deelmobiliteit heen kunt. Maar als er één ding is waardoor ik mij binnen een seconde écht ontpop tot een fulminerende Karen, dan is het dat ook de geleidestroken voor mensen met een visuele handicap (u weet wel, die ribbels op de stoep) regelmatig volgescooterd staan. Ga er maar aanstaan, ben je zonder zicht onderweg naar de bus, breek je je nek over zo’n misbaksel. Aan de kant slepen lukt niet - je kunt ze alleen omgooien en al doe ik dat met liefde, het lost niets op. En dus stuur ik (zo’n vrouw ben ik inmiddels geworden) boos foto’s naar het deelscooterbedrijf, waar ze vervolgens niet op reageren.
Maar goed, nu is er dus hommeles in politiek Amstelveen. Want GroenLinks is een jaar na dit besluit ook wakker geworden en is tégen het verbod. Geïnterviewde berijders geven aan dat zij nu gedwongen worden om de auto te pakken óf zelf een benzinescooter te kopen (geen idee waarom, want e-scooters zijn helemaal niet duurder dan benzinescooters). En nu is het notabene de VVD die opkomt voor elektrische deelfíetsen, waardoor ik helemáál de kluts in het kieskompas kwijt ben. Ik dacht dat juist GroenLinks van het gezonde trappen was en de VVD zou pleiten voor luie deeldiesels.
Of elektrische deelfietsen de problemen gaan oplossen? Vast niet. Ze hebben alleen één voordeel en dat is dat ik, het boze vrouwtje van Westwijk, ze luid mopperend aan de kant kan slepen.
Gelukkig hebben we nog 12 maanden om te kiezen.
Dit artikel verscheen eerder in de maart-editie van AmstelveenZ Magazine, nummer 96.