Column Geertje Visser: Geen contact
Amstelveen - Vanaf 1 januari zijn smartphones verboden in de klas. Niet alleen bezorgen ze pubers het concentratievermogen van een goudvis, ook zet Gen Z elkaar te pas en te onpas ongevraagd met foto’s en filmpjes op Snapchat. Daarom heeft de overheid besloten dat scholen telefoons moeten weren uit het leslokaal. Het HWC gaat nog een stapje verder: de telefoon ligt thuis of de hele dag in de kluis, ook in de pauze en het tussenuur. Dat zal ze leren.
Ik (“mam, bóómer”) vind dat een opperbest besluit, maar er zijn ook ouders die zich druk maken hoe dat moet als ze straks hun hartenlapje niet meer kunnen bereiken. Wees gerust: uit eigen ervaring kan ik inmiddels vertellen dat dat ook onverhoedse voordelen heeft.
Het was een donderdagochtend in december en ik was op weg naar mijn werk. Kinderen naar school, hond naar de dagopvang, man naar kantoor, vrouw (ik) sereen in auto op de A2, toen de telefoon ging. Het was de hondenopvang.
“Goedemorgen! Even een vraagje hoor, maar klopt het dat Dora (hond, red.) bóterhammen mee heeft vandaag?”
Dat klopte niet. De hond krijgt altijd een trommel met rauw vlees mee, maar geen brood.
Het duurde een goede 3 hectometerpaaltjes voor ik me realiseerde wat dat betekende. Ik belde de Meneer dat één van de zonen – vast die van 6 – een bak rauw, lekkend hondenvlees in zijn rugzakje mee had gekregen. Inwendig vloekend fietste de Meneer door de stromende regen terug naar school, alwaar hij een heleboel vond in de rugtas van de jongste (een oude tekening, ligapapiertjes, stenen assorti en een legopoppetje), maar geen bak met vlees.
Dat kon maar één ding betekenen: de puber had de bak lekkend hondengehakt in zijn tas gestopt. Pubers doen namelijk álles zonder na te denken, dus ook hun tas inpakken. En denkend aan de manier waarop de puber dingen in zijn tas stopt (proppen, proppen, proppen en dan net zo hard aan de rits trekken tot die A. stuk of B. dicht gaat), kon het niet anders of hij had inmiddels ook een tas vol bloederige schoolboeken. Dat zou weliswaar geweldige Snapchat-content opleveren voor zijn klasgenoten, je bent wel meteen die verdachte gast met een tas vol gehakt.
Ik belde de zoon. Die nam niet op. Ik appte de zoon: “JE HEBT DORA’S VLEES IN JE TAS!”, maar ook die bleef ongelezen. De hele ochtend stuurde ik verwoed appjes in de volle overtuiging dat die arme jongen panikerend met een lekkende tas door het HWC zou rennen. Rond het middaguur kwam de zuinige reactie “zit niets in mijn tas, brood vergeten”. Dat kon natuurlijk óók nog, want naast slordig inpakken is dingen vergeten een tweede kerncompetentie van pubers.
Kijk, had de zoon géén telefoon gehad, dan vermoed ik dat er rond een uur of 11 een verwilderde vrouw het HWC in was gerend die aan rector Kozijn had proberen uit te leggen dat ze op zoek was naar een jongen van 13 met een bloedende tas. Vervolgens had ik de klas in gemoeten, dat moeten uitleggen ten overstaan van 28 pubers om vervolgens, samen met de zoon, te ontdekken dat er helemaal niets in zijn tas zat. Zijn moeder had vervolgens rijp voor het gesticht geleken en de zoon was (zoals altijd wanneer moeders in het proces betrokken zijn) doodgegaan van schaamte. Dat zou dan wél weer geweldige content voor de Snapchat van zijn klasgenoten hebben opgeleverd.
Maar ja, geen telefoon om dat te filmen.
Dit artikel verscheen eerder in de januari/februari editie van AmstelveenZ Magazine, nummer 85.