Column Geertje Visser: Make-over

Amstelveen - We hadden al een goed jaar de kleur op de muur in de woonkamer niet meer aangepast en bovendien was het mijn verjaardag. Dat kon maar één ding betekenen: het werd tijd voor een grondige verfbeurt. Vond ik dan. De Meneer vond het gegeven dat het zondag was en de zon scheen vooral een teken dat het géén verfweer was, maar wielrenweer. 

Bovendien vond hij het feit dat we een jaar geleden de muur nog hadden geverfd (in een fletsgrijze kleur, red.) voldoende reden om in ieder geval de komende 5 jaar níet meer te hoeven verven. Niet de muur, en al helemáál niet de muur én het plafond, zoals ik (‘en ik ben jarig!’) opperde. Bovendien vond hij de muur niet fletsgrijs maar ‘niets-meer-aandoen-grijs’, en met dat verschil van inzicht stapte hij op zijn fiets voor een Rondje Ringvaart.

De stilzwijgende afspraak hier in huize Visser is dat we onze hobby’s vooral lekker zélf ontplooien. Dus zolang ik niet op een racefiets hoef, mag de Meneer zich gerust onttrekken aan de immer opspelende schildergrillen van zijn vrouw. Ik had natuurlijk zélf de muren (en het plafond) kunnen rollen, maar ja… Ik was jarig, er kwamen mensen taart eten én ik ben stiekem helemaal niet zo goed met het uitzoeken van de home deco. Ik hang altijd enorm de interieurstylist uit om vervolgens te concluderen dat wat ik uitkoos toch net anders tot z’n recht kwam in de jaren ’30 woning op het instagramplaatje dan in mijn Westwijkse woning op het westen. Zo had ik anderhalf jaar geleden ook al een bank uitgekozen ‘die het helemaal was’, en nu zaten we door mijn toedoen al anderhalf jaar op een fletsgrijze bank naast een (‘want dat zou geweldig ton-sur-ton staan!’) fletsgrijze muur. Ik had de Meneer dus stiekem gewoon nodig als alibi, zodat we later niet wéér collectief mij de schuld konden geven van onze mislukte investering.

Maar goed, mijn alibi ging fietsen en ik zat jarig te zijn op mijn grijze bank, naast mijn fletsgrijze muur. Gekweld door koppigheid zelfmedelijden besloot ik zuchtend dat, als Mozes niet naar de berg kwam, de berg maar weer naar Mozes moest komen. En dus meldde ik ons online aan voor een make-over-programma op nationale televisie. Ik omschreef mijn ons probleem, gaf een budget op en drukte op ‘Verzend’. En aangezien ik me in mijn vroegere leven ook al eens vruchteloos had opgegeven voor Achterwerk in de Kast (met mijn konijn), de Mini Playbackshow (als Madonna, uiteraard), Now or Never (want ik wilde graag stuntvliegen) en Wie is de Mol (dat toen nog gewoon met onbekende Nederlanders werd gespeeld), vond ik het niet heel erg nodig om dit thuis te vertellen. Zo had ik in stilte toch het gevoel dat ik een bijdrage had geleverd aan geverfde muren.

Tot twee dagen later de telefoon ging. Het was het programma. Want wát een leuke vraag had ik ingestuurd! (zie je wel, zei ik toch) Voor het eerst in mijn leven was ik de Uitverkorene, en over een paar dagen zouden ze al langskomen voor de intake. In gedachten zag ik mijn woonkamer al ‘fade out, fade in’ veranderen in een kleurenpaleis dat ál het bezoek zou doen stilvallen. Er was alleen nog één probleempje: ik moest het thuis nog even vertellen. En oh, we moesten wel zelf verven.

“Ik heb echt een gewéldig leuke verrassing!”, stak ik van wal.

De Meneer weet inmiddels dat mijn verrassingen, vooral als ze gewéldig zijn, vaak dingen betreffen die hij helemaal niet ziet als verrassing, laat staan als een geweldige (gratis kaartjes voor de Efteling, een wandeling met 40 andere hondenbezitters, Doldwaze Dagen bij de Bijenkorf)…

Mocht u mij binnenkort op een racefiets door Westwijk zien zwoegen, dan weet u hoe het afliep.

Dit artikel verscheen eerder in de april-editie van AmstelveenZ Magazine, nummer 97.


Meer nieuws