Directeur Poppodium P60: stop de betutteling
Amstelveen - 'Als de overheid dwingend een gezonde leefstijl wil opleggen moet ook alle horeca (alcohol) en alle koffieshops dicht.' Dat zegt poppodium-directeur Gerard Lohuis (P60) in reactie op de plotselinge ophef rond de rookruimte in het Amstelveense poppodium P60. Hij wil absoluut meewerken aan een rookvrije generatie, maar hekelt de betutteling.
De rookruimte van P60 kwam in opspraak, mede omdat De Dijk-zanger Huub van der Lubbe zijn verbazing erover uitsprak tijdens een concert in P60. GroenLinks en VVD in Amstelveen willen nu dat de rookruimte verdwijnt en dat is in lijn met het beleid dat wethouder Cultuur, Herbert Raat (VVD) nastreeft. De rookruimte zou op een van de beste plaatsen in de concertzaal liggen.
Wel bijdragen, geen betutteling
Lohuis benadrukt in een reactie dat P60 graag wil bijdragen aan een rookvrije generatie, maar dat het 'geen betutteling wil betreffende individuele keuzes die huidige en voorlopende generaties hebben gemaakt.'
Gezonde leefstijl
Lohuis: 'Als rokers naar buiten moeten is er geluidsoverlast op het Stadsplein en moet iedereen weer langs de security. We hebben aangeboden om rookruimte te verwijderen in ruil voor doorgang vanuit zaal naar parkeergarage voor een rookruimte daar (kost wat parkeerplaatsen). Dan heeft niemand er last van en we betuttelen niet. Als de overheid dwingend een gezonde leefstijl wil opleggen moet ook alle horeca dicht (alcohol), alle koffieshops dicht, wordt Amsterdam Dance Event verboden, nergens meer een reggae feest en etcetera.', aldus Lohuis,
Meer problemen
Lohuis werkt dus graag mee aan een rookvrije generatie maar vindt tegelijkertijd dat de discussie wel in perspectief moet blijven: 'P60 werkt graag mee aan een rookvrije generatie maar dat moet niet de nieuwe religie in Amstelveen zijn.' Lohuis hoopt tegelijkertijd dat de overheid ook meer aandacht gaat schenken aan 'het grote burn-out probleem onder twintigers en dertigers, voor de meer dan 1 miljoen mensen die anti-depressiva gebruiken, voor de mantelzorgers en voor wat er nog over is van het klimaat voor de volgende generaties.'