Herbert Raat kondigt onderzoek naar synagoge Randwijcklaan aan
AMSTELVEEN - Wethouder Herbert Raat heeft een onderzoek aangekondigd naar de cultuurhistorische waarde van de voormalige synagoge aan de Randwijcklaan. Er bestaat een plan om een villa te bouwen op de locatie van het houten gebouw, maar hier is tegen geprotesteerd.
In zijn brief bevestigt Raat dat er op 6 september een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend voor het bouwen van een villa op Randwijcklaan 13. Hier zit een uitgebreide procedure aan vast, met een beslistermijn van 26 weken. Uit een eerste toetsing is gebleken dat onvoldoende gegevens en bescheiden zijn aangeleverd bij de indiending van de aanvraag om een volledige beoordeling van het bouwplan te kunnen doen. De ontbrekende gegevens moeten uiterlijk 13 december worden aangeleverd. Raat benadrukt dat er nog geen besluit is genomen over de aanvraag en dat het dan ook Funda's eigen risico is om de villa al te koop aan te bieden.
Sloopmelding
Het houten gebouw dat momenteel gevestigd is aan de Randwijcklaan, beschikt niet over een beschermde, monumentale status. Dit betekent dat een sloopmelding genoeg is om het gebouw met de grond gelijk te maken. In een sloopmelding hoeft alleen aangegeven te worden hoe en wanneer er gesloopt gaat worden. Zo'n melding is echter nog niet bij de gemeente binnengekomen.
Lokale waarde
Het gebouw aan de Randwijcklaan is in opdracht van de Nederduits Hervormde kerk gebouwd, maar werd in 1938 al ingewijd als synagoge. Tevens heeft het tot 1942 dienst gedaan als Joodse school. Na de oorlog heeft het dienst gedaan als kleuterschool, en later tot op heden, als podologie-praktijkruimte. Raat geeft toe dat ondanks het ontbreken van monumentale status, er wel sprake is van een lokale cultuurhistorische waarde. Omwonenden willen dan ook het gebouw behouden of op z'n minst een herinnering eraan plaatsen. "We zullen een nader onderzoek door deskundigen laten verrichten naar de cultuurhistorische waarde van het gebouw, en naar aanleiding hiervan de mogelijkheden ten behoeve van behoud bezien", besluit Raat zijn brief.