'Het monument vertelt maar een deel van het verhaal'
AMSTELVEEN - Meer dan zeventig jaar na dato is de lokale stichting Amstelveen Oranje drukdoende op zoek naar de verhalen achter de ontbrekende namen op het herdenkingsmonument 'Aan hen die vielen'. ‘Tot dusver weten we dat er 169 namen ontbreken’, zegt David Serphos van stichting Amstelveen Oranje.
Op het herdenkingsmonument in het Broersepark staat een rijtje van 35 Amstelveners die hun leven lieten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar het zijn, volgens Amstelveen Oranje, lang niet alle namen.
Twee jaar geleden startte de oranjestichting, die jaarlijks de herdenkingen en vieringen rond 4 en 5 mei organiseert, het aangrijpende project Nooit meer teruggekomen, over weggevoerde Amstelveners tijdens de Tweede Wereldoorlog: van verzetsmensen tot voornamelijk Joodse burgers.
Geschiedschrijving
Serphos is samen met Hugo van der Kooij een van de drijvende motoren achter het project, waarvan burgemeester Mirjam van ’t Veld de katalysator is. Vanaf dag 1 dat ze de burgemeestersketen van Amstelveen omheeft, benadrukt zij het belang van geschiedschrijving: want er is relatief weinig bekend over de inktzwarte bladzijde uit de Amstelveense geschiedenis.
Hoe dat komt? ‘Ik weet het antwoord niet precies', zegt Serphos eerlijkheidshalve. ‘Maar in de regio waar Amstelveen ligt is er altijd veel aandacht geweest, met name in Amsterdam. Daardoor was er in Amstelveen vermoedelijk minder behoefte aan.’
Collectief besef
‘Het collectieve besef over wat er in Amstelveen is gebeurd duurde lang’, vult Hugo van der Kooij aan. ‘Nu kunnen we eindelijk meer duiding aan de gebeurtenissen geven.’ Maar het aantal mensen dat de oorlog overleefde en nu nog steeds in leven is, krimpt. Toch wist Amstelveen Oranje dankzij intensief speurwerk en diverse oproepen een flink aantal overlevenden te traceren, soms tot in het buitenland aan toe.
Serphos interviewt de mensen om zo helder mogelijk in kaart te brengen wat precies is voorgevallen in die inktzwarte Amstelveense periode. ‘Het zijn stuk voor stuk zeer aangrijpende verhalen', zegt Serphos. ‘Maar niet iedereen wil erover praten. Anderen willen geen camera erbij. Maar er is veel gebeurd in Amstelveen. Alleen al eenvoudige verklaringen als ‘Ik mocht niet meer naar de Michiel de Ruyterschool omdat ik Joods was’. Dat brengt het heel dichtbij.’
Educatief
De geschiedschrijving over WOII heeft ook een educatief doel. Amstelveen Oranje wil met het vertellen en doorgeven van de verhalen aan volgende generaties bijdragen aan een zinvolle maatschappelijke discussie over (het voorkomen van) discriminatie, uitsluiting en vervolging en het belang aangeven van het werken aan een samenleving waarin vrijheid en verbinding centraal staan.
Van der Kooij: ‘Educatie speelt een belangrijke rol. Er is veel aandacht in het basisonderwijs, maar wel in een bredere context. We vinden dat als stichting ook belangrijk. Wat betekent het gevoel van vrijheid? Daar kunnen we meer verdieping in aanbrengen.’
Levend monument
De namen op het Amstelveense oorlogsmonument zijn niet volledig: maar Serphos en Van der Kooij zien dit omvangrijke project vooral als een levend, educatief monument: zodat de verhalen generatie op generatie kunnen worden doorverteld. ‘Een stuk steen is maar een stuk steen,’ zegt Serphos.’Dit monument leeft.’
Oproep
Amstelveen Oranje is op zoek naar mensen die meer kunnen en willen vertellen over persoonlijke ervaringen, getuigenissen of gebeurtenissen rond het thema van de wegvoering van Amstelveners.
Kent u wellicht nog mensen of verhalen over (Joodse) medeburgers, over personen uit het verzet of onderduikverschaffers in Amstelveen? Neem dan contact op met projectleider Hugo van der Kooij (hvdkooij@ziggo.nl of 0651263302).
Onderzoek
De Stichting Amstelveen Oranje heeft onderzoeker Bart Wallet, verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam in het kader van het project Nooit meer Teruggekomen opdracht gegeven de oorlogsgeschiedenis van Amstelveen en in het bijzonder de moord op de uit die gemeente afkomstige Joden in beeld te brengen. Bijzonder is dat het onderzoek niet alleen de oorlogsjaren zelf beslaat, maar ook de jaren ervoor en erna.