Tranen in Bovenkerk, maar de toren staat nog
Amstelveen - Zondagochtend verzamelden zich al bij het eerste ochtendlicht diverse mensen bij de grotendeels afgebrande en zwaarbeschadigde Urbanuskerk in Bovenkerk. Bij direct betrokkenen vloeiden de tranen, maar dat de toren nog staat blijkt voor velen een lichtpunt.
Bij de kerk is het een komen en gaan van (veelal fotograferende) mensen die een kijkje komen nemen. Ook politie en brandweer is sinds vanmorgen vroeg aanwezig. Vooral de schade aan de achterzijde van de kerk is enorm. Het terrein is afgesloten. Gisterenavond werd rond kwart over elf het sein 'brand meester' gegeven, waarna nog uren is nageblust.
In het Noorddamcentrum is om 10.30 uur een samenkomst voor alle bij de kerk betrokken parochianen die hun verdriet en verslagenheid willen verwerken. De dienst wordt geleid door Pastor Jan Adolfs. (Tekst gaat verder onder de foto's)
Foto: Jaap Maars
Zie ook: https://www.amstelveenz.nl/nieuws/grote-brand-uitgebroken-in-urbanuskerk-bovenkerk.html
Verslagenheid
De verslagenheid is groot. Op de Facebook-pagina van de Urbanuskerk werd vanmorgen vroeg dit gedicht gedeeld:
Wat is een kerktoren zonder kerk?
Wat is een Godshuis zonder huis?
Wat is Bovenkerk zonder de kerk?
Wat is een kerk nog, als as en gruis?
Hoe kunnen we kerk-zijn zonder kerk?
Hoe komen we samen zonder samenzijn?
Hoe blijft onze fundering nu nog sterk?
Hoe delen we en troosten we in deze pijn?
Is een kerk niet een plek om God te eren?
Is het een toonbeeld van Zijn werk?
Is het iets waar iets uit valt te leren?
Is een kerk toch hoofdzakelijk mensenwerk?
Zo werd dé plek om lief en leed te delen
op zichzelf een plek van verdriet en pijn.
Hopelijk kunnen we, ook nu nog, met zovelen,
Bovenal in Bovenkerk samen sterk zijn!
Verwevenheid
Uit diverse reacties blijkt hoe groet de verwevenheid is tussen Amstelveners en de Urbanuskerk. Clara Jansen stuurde bijgaande blog, getiteld 'Ga je mee de Poel om?'
Mijn moeder en ik wandelde vaak samen het rondje Poel. Beetje praten en kijken naar de vogels - de bomen - de bloemen en het water.
De stilte rond de Poel was weldadig - het paadje zompig - bruggetjes glibberig. Soms een vliegtuig en altijd de toren van de Urbanus als een tevreden waarnemer. Het was vanaf ons huis een wandeling van precies een uur. Weer thuis was gezegd wat je wilde zeggen - alles was weer rond.
Later nam ik vanaf de Keizer Karelweg de bus naar Amsterdam en werd een ‘parochiaan’ van de Dominicuskerk in Amsterdam. De door Pierre Cuypers gebouwde Dominicuskerk heeft geen toren. De toren van 85 meter hoog is er nooit gekomen, het kerkplein kwam er niet en omdat de bouw van een toren in een dichtbevolkte Amsterdamse wijk te veel gevaar zou opleveren voor de omwonenden.
De Urbanuskerk staat als beeld - met z’n imposante toren - op m’n netvlies. In de De Dominicuskerk heb ik gewoond - het was en is - een tweede huis. De beelden van de brand zijn hartverscheurend. De twee kerken schuiven in mijn hoofd in elkaar - de Dominicus met dak en zonder toren en de Urbanus zonder dak en met toren.
De wens om te helen is groot.