Opkoopbescherming voor Amstelveense woningen laat nog wel even op zich wachten
Amstelveen - Beleggers die (bestaande) huizen opkopen in Amstelveen en vervolgens veel geld verdienen met de verhuur daarvan lijken voorlopig nog vrij spel te hebben. De invoering van een opkoopbescherming is nog behoorlijk ver weg.
Dat blijkt uit de beantwoording van schtriftelijke vragen die de lokale PvdA stelde aan het College van B en W. De PvdA gaf aan dat ‘steeds meer huizen in Amstelveen worden opgekocht door beleggers die veel geld willen verdienen met verhuur, waardoor het voor starters, en andere mensen zonder een hoog inkomen, steeds moeilijker om ook een huis te kunnen kopen.’
Wetswijziging
Bij nieuwbouwprojecten wordt in Amstelveen wel al een zelfbewoningsplicht vastgelegd, maar voor bestaande woningen is nog niets geregeld omdat daar juridisch geen mogelijkheden voor zijn. Daar is in eerste instantie een wetswijziging voor nodig.
Het College meldt aan de PvdA dat op 6 juli 2021 de wijzigingen van de Woningwet (waar de opkoopbescherming deel van uitmaakt) weliswaar zijn aangenomen door de Eerste Kamer, maar daarbij heeft de minister nog reparatiewetgeving toegezegd. 'Het moment van inwerkingtreding van de wijzigingen in de Woningwet is nog niet definitief vastgesteld. De minister stuurt aan op 1 januari 2022', aldus het College van B en W.
Het College zegt vervolgens ook de noodzaak van het inzetten van opkoopbescherming in Amstelveen te moeten onderzoeken. En ook een eventuele invoering van opkoopbescherming in Amstelveen vergt vervolgens nog de nodige voorbereiding. ‘Verwachting is dat het, na een besluit om over te willen gaan tot invoering van opkoopbescherming, enkele maanden duurt om de benodigde stappen te doorlopen.’
Opkoopbescherming
Opkoopbescherming zorgt ervoor dat de koper van een woning in (aangewezen) buurten, waar schaarste is aan goedkope en middeldure koopwoningen, de eerste vier jaar een vergunning nodig heeft voor het verhuren van de woning. De PvdA ziet dat eigenlijk in heel Amstelveen schaarste is aan goedkope en middeldure koopwoningen en stelde daarom de vragen aan het College van B en W.